In deze rubriek vertellen yogadocenten iets over zichzelf en beantwoorden zij een aantal vragen. De geïnterviewde geeft vervolgens het stokje door aan een collega.
Mijn naam is Femke Dekkers. Ik woon in Utrecht, ruim 30 jaar samen met mijn geliefde Bert. Deze relatie heeft me een ‘bonus’ gezin en kleinkinderen gegeven, waar ik heel dankbaar voor ben.
Zo’n 16 jaar geleden kwam er een bedrijfsruimte op ons pad, die we hebben gekocht. Ik heb toen m’n drukke werkzame ZZP-leven achter me gelaten en daar yogastudio Akasha gestart. Het is een kleine, persoonlijke yogastudio. Er geven, naast mij, nog twee andere docenten les. Ik ben nog steeds blij dat ik deze stap destijds heb gezet en mijn passie voor yoga kan delen.
Begin 20 was ik toen mijn eerste yogales volgde. In Tilburg, 1985. Ik stond – zoals we dat nu zouden zeggen – in de overlevingsstand. Mijn beide ouders waren kort na elkaar overleden en ik was net afgestudeerd aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Moest mijn hoofd boven water houden, had volwassen verantwoordelijkheden, verdriet dat geen uitweg had en behoorlijk last van mijn rug. Ook was ik door mijn opvoeding en m’n sportieve en dans achtergrond nogal gericht op prestatie.
Yoga had in mijn kringen een ‘zweverig, geitenwollen sokken imago’, maar ik vond het een verademing. We deden allerlei ‘Iyengar achtige’ oefeningen wat mij fysiek veel ontspanning bracht. De leraar sprak met zijn Brabantse ‘zachte g’ onder meer de woorden: “en de oren worden zacht, de ogen worden zacht, alles wordt zacht”. Ehh, oké. Het klonk voor mij destijds wat wazig, maar het was een eerste zetje om te leren los te laten.
Het meest boeiend vond ik de eindontspanning. Dan kwam ik in een wereld die veel groter was dan ikzelf; dan loste ik op in de ‘ruimte’ en was vrij. Achteraf beschouwd was dat een spontaan meditatief gebeuren, waar ik als gevoelig persoon ontvankelijk voor was. Het zaadje om te zien dat je in wezen één bent met het grotere geheel, is bij m’n eerste yoga ervaringen geplant.
Verder heeft yogabeoefening er eenvoudigweg voor gezorgd, zeker in lastigere periodes in m’n leven, om te ontspannen, goed bij mezelf en mijn gevoel te blijven en om koers te houden.
Ik heb – met tussenpozen – bij verschillende docenten les gehad die van Saswitha kwamen; het langst bij Magda Hoogerwerf in Utrecht. Van haar heb ik het meeste geleerd; zij ‘leeft yoga’ en is inmiddels al een aardig eindje in de 80. Het is dan ook heel waardevol dat we met een aantal yogadocenten nog steeds een filosofiegroepje hebben onder haar leiding. We bestuderen samen de Swabhawat van Saswitha. Zelf heb ik ter verdieping bij Stichting Yoga&Vedanta de vierjarige docentenopleiding gevolgd. Ook zat ik daarna nog 10 jaar in het bestuur van deze opleiding. Erg jammer dat de opleiding moest stoppen. Nu zijn er helaas de afgelopen tijd twee gedegen ‘old school’ opleidingen gestopt: Saswitha en Yoga&Vedanta.
Ik geef hatha yoga en ik hoor vaak dat ik een soort nuchtere spiritualiteit meebreng. Ik probeer yoga zo aan te reiken dat de non-duale grond er ook in meedoet. Dus dat we geen yoga ‘doen’, maar in wezen ‘in yoga zijn’. Als cursisten daar iets van kunnen meenemen of herkennen, is dat voor mij extra vervullend. Het gaat in m’n lessen uiteindelijk over diepe ontspanning, moeiteloosheid en ‘niet-doen’.
Een goede yogales raakt alles aan; van het fysieke aspect tot en met het spirituele, zodat bij cursisten op verschillende lagen bewustzijnskwartjes kunnen vallen. Het gaat mij vooral om aandacht, innerlijke houding, vertraging, en het loskomen uit ‘gewoontepatronen’. Een les begint bijvoorbeeld met een omkering van de gangbare richting van de energie. We gaan van naar buitengericht zijn naar jezelf. We gaan van doenerigheid naar ontspannen, loslaten. We gaan via de asana’s van onze gewone dagelijkse coördinaten naar het open, ruime perspectief. De volgorde van de asana’s laat ik ontstaan afhankelijk van mijn eigen ‘zijn’ van dat moment in combinatie met het gevoel dat ik heb bij de cursisten. De adem speelt een centrale rol en er is geen prestatie; de asana’s doen vanzelf het ‘werk’ dat nodig is voor de betreffende cursist.
Als westerling staat de Indiase cultuur ver van me af, maar mijn inspiratie haal ik wel uit non-duale tradities zoals de Advaita Vedanta en het Dzogchen Boeddhisme. Zij hebben – heel kort door de bocht – het mooie uitgangspunt dat je als mens Al Heel, Al Compleet, Al Verlicht bent. Ik ontwikkel me momenteel vooral via ‘zijnsgeoriënteerde meditatie’ en zelfonderzoek. Dit neem ik dan weer mee in m’n leven en mijn lessen.
Yoga is gelukkig niet meer weg te denken uit onze samenleving. Ook leuk om te zien dat de vormen door de jaren heen veranderen en dat er ook steeds nieuwe ‘hypes’ en ‘zijpaadjes’ ontstaan. Maar onze vragen zullen in wezen hetzelfde blijven: ‘wie of wat ben ik en hoe leid ik een gelukkig leven’? De huidige tijd komt op mij wat vluchtiger, drukker en complexer over dan bijvoorbeeld 15-20 jaar geleden. Er zijn ook meer angstige en polariserende tendensen in de samenleving. Daarom is het juist nu erg belangrijk om yoga te stimuleren; ook bij jongeren. Ook denk ik dat het goed is dat we als yogadocenten over het voetlicht blijven brengen dat yoga in wezen geen vluchtige oplossing is om beter in je vel te zitten, maar van oudsher een verlichtingsstroming is; een levenswijze is die veel tijd en toewijding vraagt. Dus dat we de oorsprong niet uit het oog verliezen.
Ik geef het stokje graag door aan Desi Angevaare. We zaten samen een aantal jaar in een intervisiegroepje en hebben nog steeds zo nu en dan contact.